In februari gingen we voor één van de klassieke trappistenbieren die nog nooit door ons werd besproken.
De lichtste van het Rochefort-trio, Rochefort 6.
Troebel donker amberkleurig bier met een schuimkraag die middelmatig stevig is.
De vrij sterke pareling die zich op de vele onzuiverheden in dit bier vastzet geeft het geheel een eerder onaantrekkelijke aanblik.
Een zeer gesloten aroma met hinten van hop en wat vanille, het aroma heeft een wat houtig karakter.
De smaak zet zoet en fruitig aan.
De opvallende pareling is volgens sommigen aangenaam, volgens anderen te sterk.
In elk geval raken smaken en aroma’s er door op de achtergrond.
Een medicinale toets van vlierbessen in het begin van de afdronk. Daarna valt de smaak weg.
De bitterheid is slechts op de achtergrond aanwezig.
Voor 7,5% alc heeft dit bier eerder weinig smaak.
Er is ook weinig evolutie in de tasting wat het tot een weinig boeiend bier maakt.
Ons proefpanel is niet laaiend enthousiast.
Sommigen zijn nog wat positiever omdat het toch wel verfrissend kan overkomen.
Anderen sabelen dit neer als oersaai bier.
Dit strandt op 2 hopbellen.
De verrassing slaat wel toe wanneer we vernemen dat dit de Rochefort 6 is.
Dit hadden we niet zien aankomen, maar we passen onze mening niet aan.
De minste in het Rochefort segment, en bij uitbreiding het trappisten-segment?