Een bier dat rood kleurt in het glas is eerder weinig gekozen door het Ambibrew proefpanel. Deze is vrij troebel en heeft een matige schuimkraag die wel goed wordt ondersteund door een stevige pareling. Het schuim kleurt lichtjes roze wat ons doet vermoeden dat het om een fruitbier gaat.
We vermoeden dat het basisbier niet helemaal blond is, maar ook niet geheel donker. Duidelijk zurige geur die aan lambiek doet denken. Daarnaast ruiken we ook snoep, van die rode nieuwjaarsspekken.
De eerste slok komt heel verfrissend binnen, maar het zuur komt al snel opzetten. Dit is duidelijk op basis van oude geuze of gerijpt op eiken vaten of foeders. Het zuur komt stevig opzetten en ebt pas later weg. Dan krijgen we toch nog wat hopbitter achter de kiezen. Dit is een bier dat blijft evolueren want later komen ook de snoepen weer opzetten in de afdronk.In dit bier zijn wellicht krieken gebruikt, maar die komen niet echt naar voor. Het panel apreciëert wel het feit dat dit bier niet is aangezoet, maar het zuur overheerst wel wat de balans wat uit evenwicht brengt.
Dit is niet het meest toegankelijke bier en richt zich eerder tot deniche van liefhebbers van het zuurtje.
Wanneer we het etiket zien stellen we vast dat er geen krieken in het bier zitten, maar dat het druiven uit Limburg zijn waarop het bier werd gemacereerd (300 gr per liter). Eigenlijk zitten hierin dus meer druiven dan mout. De wilde gist en de houten vaten hadden we wel goed geraden