Bier dat er uitziet als witbier. Troebel en zeer licht blond.
Het bier heeft een stevige wandklevende schuimkraag.
In het aroma groene hop en een bloemige geur van de gist.
Hier zijn klassieke hopsoorten gebruikt. (Noot van de redactie: het bier werd blind geproefd door het panel).
Het bier zet strak bitter aan en heeft een sterke saturatie wat bij het proefpanel wat verdeeldheid oproept. De bloemigheid komt ook terug in de smaak. De body van dit bier is net genoeg om de stevige bitterheid aan te kunnen. Het is die bitterheid die de rode draad van dit bier vormt.
Ook in de afdronk blijft het hopbitter lang hangen samen met wat alcohol die naar de neus stijgt.
Dit is een verfrissend lente – en zomerbier. Het is brouwtechnisch zeker in orde. Ondanks de looks is dit zeker geen witbier. Het is daarvoor te bitter en niet kruidig genoeg. Tien jaar geleden zou dit een vernieuwend bier geweest zijn omwille van de bitterheid. Intussen werd deze bierstijl ingehaald door de “tripel hoppen” en “Ipa’s”. Het bier strandt op 3,5 hopbellen want voor een bier van 9,5% alc had dit iets meer body mogen hebben.
Wanneer we vernemen dat het de nieuwe Tripel Hop is zijn we toch enigszins verrast. Het verklaart natuurlijk wel de stevige saturatie. Maar de smaakbeschrijving die bij deze hop gegeven wordt zoals “perzik, meloen en tropische kokosnoot”, die vinden wij helaas niet terug. Hooguit wanneer het bier wat warmer wordt een lichte citrustoets.