We krijgen een vrij helder roodbruin bier in het glas met zelfs een beetje een paarse schijn van cuberdons.
De schuimkraag is niet echt dik en wordt al snel een drijvend maanlandschapje. We zien een gemiddelde pareling.
In het aroma komen appel/perenstroop naar voor en gedroogde vruchten. Daarnaast ook karamelmout en het droparoma van kalissestok.
Na een wat waterige aanzet waarin de appel/perenstroop weer naar voor komt valt de smaak eigenlijk compleet weg. Dit bier mankeert body en komt daardoor flets over. De smaak evolueert nog weinig.
De lichte hopbitterheid compenseert het zoete van de stroop niet echt. De hopbitterheid vloeit ook niet uit. De afdronk is dan ook zeer kort.
Het proefpanel vermoedt een een zeer licht alcoholisch
bier en dat is het ook. Het valt bij het proeverpannel
helaas niet in de smaak.
Ondanks dat er geen brouwfouten zijn vinden we de presentatie van de
schuimkraag ondermaats en de smaak ook.
Het meest interessante aan dit bier is het aroma.
Het strandt op anderhalve hopbel.
Bij bekendmaking van het bier vallen we niet achterover
dat dit een alcoholvrij bier betreft.
Wou onze voorzitster ons eens testen?? 😉
Ondanks het feit dat dit van een trappistenbrouwerij komt is er nog heel wat werk aan de winkel.