Categoriearchief: Bier van de maand

Elke maand degusteren wij één (of meerdere) biertjes zonder te weten wat we precies voorgeschoteld krijgen.
Hierover maken wij telkens een verslag van onze reuk, smaak en ervaringen tijdens het proeven.

Geuze Cuvée Renée van brouwerij Lindemans

Met het oog op de Europese bescherming van de naam “Oude Geuze” en “Oude Kriek” kocht de brouwerij Lindemans een aantal eikenhouten vaten om hun geuze te laten op rijpen.

Voor het eerst is de natuurlijke en ambachtelijke Oude Geuze van brouwerij Lindemans dan ook op de markt. Wij van Ambibrew wilden dat wel eens proberen…

Het bier dat we serveerden zat in een mooie 75cl fles met alu-capsule en een etiket dat zo uit de jaren 30 zou kunnen komen. Je moet al even kijken om te weten dat Cuvée Renée een product is van brouwerij Lindemans.

In het glas kleurt het bier donker blond en vormt een natuurlijk fijn wit schuim.
De geur is fruitig, houterig en komt sterk naar voor. Zelfs bij het uitgieten komt de geur ons al tegemoet. Zeker aangenaam!
De smaak verrast wel. Van fruitigheid is hier in eerste instantie geen sprake. Eerder een vrij harde zurigheid. Pas in de nasmaak wordt het bier subtieler: een lichte hopbitterheid, een toets groene appels en een zachtere zurigheid.
Naarmate men meer van het bier drinkt raakt men gewoon aan de redelijk harde zurigheid van de eerste smaak.

Wat ons betreft is dit een vrij geslaagde “oude geuze” die bovendien met zijn 5° licht om drinken is, maar zou het misschien nog iets subtieler kunnen (denk aan een Oude Geuze van Boon) om als aperitief te kunnen dienen. Het wordt door ons zeer op prijs gesteld dat brouwerij Lindemans wil investeren in een oude geuze die hergist in de fles.

La Goudale en St-Landelin

De vakantiestemming zit er bij Ambibrew goed in! Vandaar deze maand een Frans biertje. Weet je wat? Het is verlof dus maken we er twee van!
Beide bieren komen van dezelfde brouwerij in Douai: Les brasseurs du Gayant.

* La Goudale 7,2°

Het 25cl flesje oogt niet slecht en op het achteretiket staat wat uitleg over de oorsprong van het bier.

Bij het uitgieten zien we een helder blond bier met een zachte, fijne witte schuimkraag. Het bier is een tikje donkerder dan een pils en is niet hergist op de fles.
De geur is opvallend neutraal. Een zweem mout is het enige wat dit bier loslaat.
De smaak zet zachtjes en vrij zoet aan. Daarna zet er een tamelijk stevige hopbitterheid door die daaropvolgend door een zekere moutigheid vervangen wordt. Geen van de smaken wordt echter overheersend en al bij al blijft de smaak zacht en fris.
De nasmaak is een mengeling van moutigheid en hopbitterheid en houdt niet te lang aan.

De naam Goudale zou afkomstig zijn van “Good ale”. Het zou het bewaarbier (bière de garde) die de Engelsen in het noorden van Frankrijk introduceerden in de 14de eeuw en zou in die tijd het bier met de beste kwaliteit geweest zijn. In hoeverre de huidige brouwers nog het recept van de 14de eeuw volgen is ons onduidelijk. Dat ze dezelfde brouwmethode niet meer hebben zal wel een feit zijn.

*St-Landelin 6,5°

Dit is het abdijbier van dezelfde brouwer. Het bier zit eveneens in een 25cl flesje met een etiket dat duidelijk aanduidt dat het om een soort abdijbier gaat. Het flesje ziet er veelbelovend uit.

Bij het uitgieten zien we opnieuw een helder blond biertje dat niet hergist op de fles. Het bier is iets intenser van kleur dan de Goudale.
De geur is vooral moutig en vertoont een kruidigheid en iets van citrusvruchten.
De smaak is vrij moutig, zoet met een fijne hopbitterheid. De smaak vloeit echter wel snel weg.

Het recept zou gebaseerd zijn op dat van de Goudale maar het bier zou met meer ingrediënten gebrouwen zijn. Over de methode om nadien de alcohol te verminderen stellen wij ons wel vragen. Nadat het bier gebrouwen is warmt men het namelijk opnieuw op om een deel van de alcohol te laten verdampen. Of dit geen kwalijke invloeden heeft op de smaak is ons onbekend.

Van St-Landelin is een legende bekend. Hij zou een uitgetreden monnik geweest zijn in de 7de eeuw die een dievenbende leidde in de streek van de Samber en die zich uiteindelijk weer bekeerde en 2 abdijen stichtte.

De beide bieren zijn nogal typisch frans (blond, zacht, niet hergist) maar zeker veel beter dan het gemiddelde Frans bier. Deze bieren zijn echt te genieten. Welke nu het beste is, is natuurlijk een kwestie van smaak.

Hoegaarden Rosée

In juli proefden we een nieuw biertje van Hoegaarden. De zomerse rosée is vooral voor zoetekauwen op een terrasje geschikt en is met zijn 4,5° voor iedereen geschikt.

Het flesje is 25 cl met een sober etiket in Hoegaarden traditie aangevuld met frambozen.

Bij het uitgieten zien we een troebel roze bier met een vrij grove roze schuimkraag.
De geur is vooral die van zoet rood fruit en snoepgoed, aangevuld met een kruidigheid. Een zurige geur zoals in kriek is niet aanwezig.

De smaak is vooral zoet met een lichte zurigheid naar het einde van de teug toe. In de afdronk is een zeer lichte hopbitterheid aanwezig. Doorheen de hele proeverij overheerst de zoetheid.

De meningen binnen het proefpanel over dit bier zijn verdeeld. Sommigen vinden dit wel ok op een zomerse avond, anderen vinden dit te commercieel en te zoet.
Hoe het ook zij, dit biertje lijkt heel erg op Wittekerke rosé en is dus een witbier aangevuld met fruit en vooral vrij zoet gemaakt. Het is een biertje dat vrouwen en jonge mensen in het bierland moet leiden.

Quintine Blonde 8°alc

Deze maand hadden we een biertje op de kop getikt dat er wel heel ambachtelijk uit zag. Geen van de leden van het proefpanel had dit biertje reeds gedronken: Een Quintine blonde van de Brasserie Ellezelloise (in Ellezelles natuurlijk). Deze brouwerij tracht ecologisch te brouwen sinds 1993 en is gevestigd in een natuurpark in Henegouwen.

Het flesje oogt mooi en straalt kleinschaligheid en ambachtelijkheid uit met beugelsluiting en een etiket op een soort bruin kaftpapier. Op het etiket staat wat weinig informatie, maar op internet des te meer. Het bier is niet gefilterd en niet gepasteuriseerd, precies wat wij zoeken dus.

Bij het openen van het flesje springt ons een kruidige, fruitige geur in de neus. Na het uitgieten valt het fruitige aroma niet meer op en ruiken we vooral hoppigheid en een lichte kruidigheid.

In het glas zien we een blond biertje met een vrij stevige schuimkraag. Het bier is gesluierd tot troebel en bruist vrij hevig.

De smaak is vooral fris hopbitter. Hoewel het rijkelijke gebruik van hop vallen andere accenten toch zeker niet weg en in de nasmaak komt weer een zoetigheid opzetten die aan het fruit van het openen van het flesje doet denken en ook de kruidigheid komt weer wat opzetten voor de hopbittere nasmaak weer de bovenhand neemt.

Voor ons een zeer geslaagd, vrij complex biertje, waarvan wij er ons dan ook onmiddellijk nog wat hebben aangeschaft. Nog maar eens het bewijs dat een ambachtelijk bier topkwaliteit kan zijn!

La Trappe Quadrupel

Deze maand een biertje van Nederlandse makelij, ééntje uit het gamma van de enige Nederlandse trappist La Trappe van de abdij in Koningshoeven. De paters aldaar hebben het beheer van de brouwerij weer in eigen handen sedert enige jaren en mogen dus terecht de naam trappist weer gebruiken.

Het bier is verpakt in typisch Nederlandse flesjes van 30cl met een korte hals met de eigen verzorgde “La Trappe-etiketten”. De Quadrupel is te herkennen aan de paarse Q op het etiket en is met zijn 10° alc de zwaarste uit het aanbod.

Bij het uitgieten zien we een bruin bier met een mooie rode schijn en een fijne pareling. Het schuim is mooi wandklevend, licht beige en vervalt snel tot een blijvend laagje. Wij zouden het biertje gesluierd noemen. Net zoals de verpakking presenteert dit bier mooi.

De geur is vrij complex, zoals dat van een bier van 10° mag verwacht worden. We ruiken een soort typische abdijgist die een vol en zoet aroma geeft. Hop is nauwelijks in de geur te onderscheiden. Wel alcohol en mout, maar de gist blijft de bovenhand houden.

Ook de smaak is vrij complex. Er is een zoete aanzet die een beetje mouterig is en die uitvloeit in een zeer zachte hopbitterheid. Door de verschillende leden van het proefteam werden toetsen genoteerd als anijs en rozijnen. Het bier doet ons nogal denken aan de Chimay rouge en drinkt lekker weg.

Enig minpuntje aan dit bier is dat het vrij veel alcohol bevat en toch een lichte smaak heeft. Het is dus een verraderlijk biertje waarvan je het gevoel hebt dat het lekker doordrinkt, maar waardoor je snel van slag bent. Van smaak en type is het bier zeer goed te vergelijken met Chimay rouge dat toch heel wat lichter is van alcohol en daarom licht onze voorkeur geniet.

Toch een zéér geslaagd bier. Heerlijk voor op een zomers terras!

Postel Blond

De maand april brengt ons een van de “erkende Belgische abdijbieren”, te herkennen aan het loge met een klein gothisch venstertje met een glas in. Dit is geen kwaliteitsgarantie, maar het betekent dat de brouwer royalty’s afstaat aan de abdij.

Het bier wordt gebrouwen door NV Affligem (onder de groep Heineken) en heeft een alc vol van 7°. Het bier dat wij drinken zit in 33cl flesjes met een goede afwerking met aluminium rond de kroonkurk.

Bij het uitgieten zien we een blond bier met een stevige witte schuimkraag. Het bier is heel helder tot op het einde van het flesje hetgeen ons doet vermoeden dat het niet hergist is. Na controle van het etiket zou dit toch het geval moeten zijn en met enige moeite wringen we een klein beetje gist uit de fles. Wellicht betreft het een gesatureerd bier waaraan slechts een klein beetje gist wordt toegevoegd voor de naam en het aroma.

In de geur komt ons vooral graan tegemoet en een vleugje gist. Toch ontdekken we ook een beetje citrus en een zweem hout. Een mooi en vrij complex aroma dus, dat zich toch niet teveel opdringt.

De smaak brengt ons wat de geur reeds deed vermoeden. Een aanzet van graan en een tikje citrus. Het bier is, in echte Affligem traditie, stevig hopbitter hetgeen het geheel zeer verfrissend maakt. De bitterheid zet zich vooral naar het einde van de dronk door en beheerst ook lang de nasmaak. De mond trekt een beetje droog en je wil een tweede slok van dit biertje. Een alcoholsmaak is in de Postel Blond achterwege gebleven.

Ons oordeel: Een kwaliteitsbier dat tevens een vlotte doordrinker is. Aan te raden voor de liefhebbers van frisse hoppige biertjes. Enig minpuntje: de hergisting in de fles is wellicht eerder een commerciële stunt dan behorend tot het echte brouwproces.

Abbaye de Marchiennes

In maart brengen wij een Frans biertje in de kijker. Geen van ons had al van dit bier gehoord, maar de verpakking was zo aantrekkelijk dat we het niet konden laten liggen. Het biertje zit in een 75cl bierfles op kurk met mooie etiketten die het beste doen vermoeden. Het bier heeft een alcoholvol. van 6,6°

Bij het uitgieten kleurt het bier goudblond met een witte fijne schuimkraag die een beetje vervalt. Het is kristal helder tot op het einde. Het bier is duidelijk niet hergist in de fles. Het wordt ons meteen duidelijk dat dit bier voor de Franse markt bedoeld is.

In de geur ruiken we vooral de gist. Wellicht een soort abdijgist.

De smaak is moutig met een zachte bitterheid. Jammer genoeg blijft de smaak wat vlak. Ook in de nasmaak blijft een beetje moutigheid hangen en blijft de zachte bitterheid nog een tijdje aanwezig.

Al bij al vinden wij dit geen slecht biertje, maar het haalt zeker niet de kwaliteit die de verpakking doet vermoeden. Het is een doordrinker voor een groot Frans publiek zonder verrassingen. Waar het bier gebrouwen wordt staat niet op het etiket.

Marckloff

Dit bier is slechts beperkt verkrijgbaar. Het is vooral te koop in de microbrouwerij “La Ferme au chêne” in Durbuy. Deze microbrouwerij ligt in het hartje van Durbuy en er is een mooie taverne bij, waar je de Marckloff op voorhand eens kunt proeven.

Marckloff wordt verkocht in flessen van 75 cl. De fles wordt afgesloten met een kroonkurk, en niet met een kurk, zoals bij veel 75 cl flessen wel het geval is. Het bier hergist op de fles en de smaak zal dus evolueren. Het bier heeft 6,5°alc.

Het bier kleurt licht amber in het glas en is vrij troebel. Het is dan ook een echt artisanaal biertje. We zien een fijn wit schuim, ondersteund door een lichte fijne pareling. Het schuim vervalt vrij snel.

De geur is vooral fruitig en zurig. We ruiken een zweem van krieken en abrikozen.

Bij het proeven valt vooral de licht zure smaak op die een beetje doet denken aan “oude geueze”, hoewel dit bier zeker minder extreem is van smaak en allicht bij meer in de smaak zal vallen van het grote publiek. In de nasmaak toch een beetje hopbitter dat blijft hangen.

Onze mening: een lekker verfrissend artisanaal biertje, vooral te drinken in de zomer.

Kriek Lindemans

We nemen eens een risico, want een van onze leden heeft een paar Lindemans Kriekjes in de kelder gevonden. De flesjes zijn 2 jaar over datum. Gezien het lage alcoholpercentage van dit bier weten wij niet of dit bier nog wel drinkbaar zou zijn.

Bij het uitgieten zien we donker, paars/rood bier met een roze schuimkraag die sterk wandklevend is.
Het bier heeft de zoete geur van rood snoepgoed (“poepkes” dat we zeggen).
Het bier heeft een zeer zoete smaak, waarbij geen spoor te bekennen valt van hopbitterheid of de zurigheid van de lambik. Het bier is zeker bijgezoet, misschien komt dit zoet met de tijd meer naar voor?

De nasmaak is, u kunt het al raden…zoet.
Ondanks de leeftijd van het bier, is dit totaal niet verslagen. Het is een echt bier voor zoetekauwen.

Kriek wordt gebrouwen op basis van lambik. Lambik is een bier dat gistte in open eiken vaten en dat, hoe ouder hoe zuriger wordt. De “steker” mengt jonge bieren met oudere bieren tot de ideale mengeling. Op die wijze bekomt men geueze. Om kriek te bekomen laten men verse krieken meegisten in de lambik. Bij grote brouwerijen is het niet uitzonderlijk dat men echter slechts een klein percentage lambik gebruikt en bieren aanzoet om de zure smaak te verdrijven.

Liefmans Gouden Band

Onlangs werden we gevraagd in café ’t Kruisken in Adegem om er een wel heel speciaal biertje te gaan degusteren. Liefmans Gouden Band van verschillende jaargangen.

Dit bier wordt verkocht in mooie 37,5cl champagneflessen met een kurk en een papieren wikkel die kan verschillen naar gelang de jaargang. Om zeker te zijn van welk jaar je biertje is kijk je op de zijkant van de kurk.

Ons eerste geproefde biertje was er eentje van 2006. 
Het bier kleurt donker bruin in het glas met een rode schijn indien je het tegen het licht houdt. Het bier is hergist op de fles, maar door de donkere kleur kun je de helderheid moeilijk bepalen. Het bier wordt bekroond met een mooie beige schuimkraag.
In de geur vooral fruit en een tikje zurigheid. Een frisse geur vooral, dit belooft een verfrissend biertje te worden.
De smaak van dit bier deed ons onmiddellijk denken aan een “oud bruin” bier (zoals je ook Petrus, Duchesse de bourgonge en vele andere hebt). Fris zurig, een beetje zoet en een zachte bitterheid die op de achtergrond aanwezig is. Lekker en verfrissend, maar misschien een beetje verraderlijk want 8°alc, wat bij de meeste van deze bruintjes aanzienlijk minder is. 
De nasmaak is vrij kort en beklemtoont vooral de zachte zurigheid. Wie graag iets verfrissend drinkt maar een Rodenbach bijvoorbeeld te zuur vindt zal zeker van dit biertje houden.

Ons tweede biertje was er eentje van 2004. Het uitzicht van het bier blijft van zelfsprekend hetzelfde. In de geur namen we reeds een eerste verandering waar. De fruitige zurigheid was geweken voor een wat vollere geur met nog steeds een fruitige toets.
De smaak was verrassend veel geëvolueerd (of zou men een ander recept gebruiken?). De zurigheid uit dit biertje is bijna volledig verdwenen wat de volheid en de hopbitterheid naar voor brengt. Dit neigt zelf een beetje naar een abdijbier.

Ons derde biertje was een unicum! Een Liefmans Gouden Band jaargang 1987. Met enige argwaan openden we de fles. Het feit dat er al druk op de fles zat stelde ons reeds gerust. Bij het uitgieten zien we dat de gistbodem op de zijkant van de fles blijft hangen. We krijgen een mooi donker bruin schuimend biertje in het glas. De schuimkraag is licht bruin en de geur stijgt al naar onze neus. Een geur die een zekere zurigheid bevat, maar niet de gevreesde azijn-zurigheid. Wel een zachte volle geur.

Het proeven van dit bier was een ware sensatie. Een ongelooflijke opeenvolging van smaken. Eerst groene appel, dan rozijnen, hout – eik en noten met een zachte bitterheid die lang blijft hangen. In het geheel is de zurige frisheid nooit veraf. ONGELOOFLIJK!