Een bier van een brouwerij waar we nog nooit iets van hoorden. Vreemd, ook na opzoekingen komen we niet verder dan dat de eigenaar van het bedrijf een microbrouwerij heeft.
Of de Weldenbrouck Tripel (8,5 %) ook zelf gebrouwen is blijft een raadsel.
Traditioneel etiket, maar wel bijzonder weinig info.
De houdbaarheidsdatum doet ons de wenkbrauwen fronsen.
“Te houden tot 2025”?
Dat zou wel een bijzondere tripel zijn die 7 jaar bewaart!
Bovendien is de houdbaarheidsdatum op de etiketten gedrukt. Volgend jaar dus nieuwe etiketten?
Vrij troebel blond bier.
De schuimkraag is fijn, niet erg sterk, maar wordt ondersteund door een behoorlijk felle pareling.
Aroma van groene hop en een aangename fruitigheid van abrikozenconfituur.
Dezelfde gist als bij onze Galjoen destijds?
De zoetigheid zet door in de smaak.
Ook hier proeven we de abrikozenconfituur.
De hopbitterheid houdt het geheel in evenwicht.
De bitterheid vloeit middellang uit.
De zoetigheid blijft wel plakken in de keel.
Dit wordt als een tripel omschreven, al zouden wij dit niet zo onmiddellijk omschrijven.
Een bier dat eigenlijk tijdens de degustatie weinig of niet evolueert. Technisch zeker ok, maar niet bepaald uitdagend.
Een gemiddelde score van 3 hopbellen.